Wat is domheid?
Domheid is het handelen tegen beter weten in. Het simpelste voorbeeld is roken: je weet dat het slecht is voor jezelf en anderen, en toch doe je het. Domheid is kortom geen kwestie van kennis; we weten wel beter, maar doen het toch. Het is een blinde drang.
Domheid is onbedoelde zelfdestructie. Domheid is het vermogen tegen je eigenbelang te handelen, met de dood als uiterste gevolg. Dit talent is typisch menselijk. Anders dan dieren die een instinct tot zelfbehoud bezitten, is de mens in staat zichzelf en zijn soort op het spel te zetten omwille van een waanidee over ras, natie of geloof.
Enerzijds bedreigt domheid onze cultuur iedere dag opnieuw, anderzijds vormt domheid de mystieke grondslag van ons bestaan. Om niet aan zijn domheid ten onder te gaan, is de mens gedwongen zijn intelligentie te ontwikkelen. Cultuur is het tijd- en plaatsgebonden product van een reeks min of meer mislukte pogingen greep te krijgen op de zelfdestructieve gekte die van alle landen en tijden is. Domheid is wat de mensen gemeen hebben, zij verschillen in de manieren waarop ze er greep op pogen te krijgen.
Alle strategieën om de domheid te beheersen vormen bij elkaar onze beschaving. Maar intelligentie biedt nog geen garantie voor zelfbehoud, integendeel. Intelligentie kan domheid zelfs kracht bijzetten. Domme mensen zijn vaak gevaarlijk omdat ze intelligent zijn, en des te intelligenter ze zijn, des te rampzaliger hun domdaad.
De levensbedreigende domheid valt niet uit te roeien zonder ook de mens uit te roeien; dat zou een domheid in het kwadraat zijn. De enige uitweg is het permanent verzinnen van nieuwe strategieën om de domheid het hoofd te bieden. Domheid is zo bezien de motor van onze beschaving.
(Matthijs van Boxsel De Encyclopedie van de Domheid 1999)